Anticonceptie is breed geaccepteerd onder de Nederlandse bevolking. De anticonceptiepil is een zeer betrouwbaar voorbehoedsmiddel. Bij juist gebruik voorkomt de pil in 99,9% van de gevallen zwangerschap. Daarnaast kan de pil om andere redenen worden gebruikt: een onregelmatige en pijnlijke menstruatie kan ermee worden voorkomen, en bij moderne pillen ook puistjes.

Bij (correct) pilgebruik treden de volgende effecten op:

  • Remming van de groei van een eicel, waardoor er geen eisprong kan plaatsvinden
  • Het slijmvlies van de baarmoedermond wordt dik, stug en daardoor nagenoeg ondoordringbaar voor sperma
  • Het slijmvlies van de baarmoederwand verandert, waardoor er vrijwel nooit een eventueel bevruchte eicel kan innestelen

Door deze drieledige werking ontstaat zeer betrouwbare anticonceptie. De anticonceptiepil wordt meestal 21 of 22 dagen per maand geslikt. Daarna volgt een pauzeperiode, de stopweek. Tijdens deze stopweek treedt er een onttrekkingsbloeding of menstruatie op. Na 6 of 7 dagen, dit hangt af van de soort pil, begin je met een nieuwe strip van 21 of 22 tabletten.